Zolang de patatten maar lukken
Regen of geen regen. Te weinig of te veel water. Het weer blijft belangrijk in de landbouw, onze primaire sector. Aardappelen waren en zijn ten dele nog steeds essentieel in onze voeding. Jaar na jaar horen we berichten over de weerslag van het klimaat op de kwaliteit van de aardappelen. Aardappelen ondersteunen ons fysiek welzijn. En wat met volkskunstbeoefening? Net zoals de aardappel kan volkskunst deel uitmaken van het leven van elke dag. Zeker wanneer daar onverwachte dimensies worden aan toegevoegd.
Op bezoek bij de groepen
We zijn aan een ronde van Vlaanderen bezig met het oog op ons forum ‘Van schilderij tot kledij’ op zaterdag 30 november e.k. Waar we ondertussen te gast mochten zijn, konden we zien dat er wel degelijk wekelijks gedanst wordt door jonge en minder jonge dansers. De repetities die we tot nog toe bezochten, waren goed bevolkt. We mochten er tussen 25 tot 40 actieve dansers en muzikanten verwelkomen. Het repertoire gaf een ruime indruk: trawantel, morrisdansen, dans voor drie, klassiekers zoals dans rond de schout, Gentse contradansen, stoetenformaties en eigen creaties. Het doet deugd te zien hoe enthousiast meisjes en jongens zich bekwamen in dans, al dan niet begeleid door levende muzikanten.
Fenomenale collectie
Een buitenbeentje was zeker het bezoek aan de balletschool te Sint-Niklaas, waar klassieke dans en ballet worden beoefend(1). De naam klinkt enigszins gewoon, maar dat is zonder coördinator-dansmonitor Johan Goessens gerekend. Johan is de - 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 - bezieler van de balletschool. Hij danst niet enkel, maar ontwerpt en maakt ook de kledij voor de dansers. Bij het bezoek vallen we van de ene verbazing in de andere. De balletschool is gehuisvest in een huis met drie verdiepingen. Naarmate we hoger klimmen wordt de collectie steeds indrukwekkender. Johan bewaart en koestert duizenden zelf gemaakte kledingstukken. Zowel vrouwelijke als mannelijke dansers kunnen kiezen uit een quasi onbeperkt aantal rokken, bloezen, broeken, vesten, hemden, ja zelfs pruiken en kroontjes. De collectie betreft kledij vanaf de 15de tot en met de 19de eeuw. Bij het ontwerpen wordt vertrokken van een voorbeeld uit historische literatuur. Een schilderij of foto kan helpen, maar daarmee hebben we nog geen patroon. Sommige boeken bevatten wel patronen. Deze patronen zijn meestal wel ontworpen voor mensen met een kleinere gestalte. Ze moeten worden overgetekend in een groter formaat. Johan installeerde op de zolder een werkplaats met naai- en driegmachines. Het vervaardigen van kledij is voor Johan een echte passie. We komen in een volgend nummer van Volkskunst uitgebreid terug op het onderwerp.
Afbeelding 1: Johan met een zelfgemaakte vest voor jongens
Afbeelding 2: een greep uit de kledij in voorraad voor meisjes
Enthousiasme en passie: kenmerken van duurzaamheid. Elders in dit nummer vertellen we een en ander over de heilzame effecten van dans voor lichaam en geest. Nu jonge aardappelplantjes verschijnen in het veld, kunnen we bezig zijn met volkskunst ook rekenen tot het dagelijks voedsel. Dagelijks voedsel brengt ons bij de aardappel en militair apotheker Antoine-Augustin Parmentier (1737-1813). Parmentier had gezien dat soldaten in krijgsgevangenschap die enkel aardappelen te eten kregen niet ondervoed of uitgeput geraakten. De aardappel werd bevestigd als basisvoedsel. De observaties van Parmentier leverden hem in 1773 de prijs op van de Academie van Besançon. Hij ijverde voor het invoeren van de aardappel in gevangenissen en ziekenhuizen als betaalbaar voedsel(2).
Parmentier ontwikkelde wel twintig verschillende manieren om de aardappelen te bereiden, zoals de Pommes Parmentier en een stokvisschotel met aardappel. Om de aardappel te promoten nodigde hij gasten, zoals Benjamin Franklin en Antoine Lavoisier uit. Hij stak bij een bezoek aan koning Lodewijk XVI een aardappelbloesem in zijn knoopsgat en gaf de koningin een om in haar pruik te verwerken. Het verhaal gaat dat Parmentier in 1787 aardappelen liet telen op twee stukken land bij Neuilly, die hij van de koning had gekregen. Op een bord zette hij: verboden toegang, aardappelveld van de koning. Overdag werd dit veld bewaakt, ‘s nachts slopen de inwoners naar het veld om de aardappelen te rooien. Parmentier had succes. In 1795 werden de aardappelen zelfs in de Tuilerieën geplant om de bevolking van voedsel te voorzien. Begin 1800 was de aardappel in Frankrijk het belangrijkste basisvoedsel.
Afbeelding 3: bovengrondse delen van de aardappelplant of ‘Solanum tuberosum L’
Aardappelen: een voorbeeld van voedsel dicht bij de mens, aanvankelijk onbekend, daarna onmisbaar. In het Vlaanderen van de 19de eeuw besliste het lukken van de aardappelteelt over leven en dood(3). Volkskunst beslist gelukkig niet over leven en dood, maar kan toch tot de essentie van het alledaagse leven gerekend worden. Bezig zijn met wat dicht bij mensen hoort, boeit door zijn dynamiek en eenvoud. We wensen aan alle volkskunstgroepen een schitterend zomerseizoen en aan de landbouwers een geslaagde aardappeloogst!
Gert Laekeman, voorzitter IVV
(1) https://www.stichtingklassiekedans.be/contact/ : bezocht op 6 juni 2019.
(2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Antoine-Augustin_Parmentier : geraadpleegd op 4 juni 2019
(3) https://www.hetvirtueleland.be/exhibits/show/aardappel/keerzijde/honger… : geraadpleegd op 6 juni 2019