Overslaan en naar de inhoud gaan
IVV is geaccrediteerd door UNESCO als expertisecentrum voor Immaterieel Cultureel Erfgoed

Terug naar Volkskunst 202503

Veraf en dichtbij

‘The nicest thing of Norway is the distance to your neighbour’, vertrouwde een sympathieke Noorse collega mij toe tijdens een wetenschappelijk congres. Annemie Struyf zal met deze stelling wellicht niet akkoord gaan. Het is zeer de vraag in hoeverre afstand als standaard heilzaam is in onze samenleving. We filosoferen nog wat verder over het thema met een sterk volksdans karakter.

Bij het uit de trein stappen in Berchem krijg ik een tikje van een wandelstok. Het blijkt een blinde reiziger te zijn die de weg zoekt naar de trappen. ‘Ja die treinen stoppen op de meest onvoorspelbare plaatsen’ verontschuldigt hij zich. Ik bied hem een arm om hem naar de trappen te begeleiden. Aan de trap gekomen vraagt hij of hij voor de trein naar Brussel links moet afslaan eens beneden in de gang. Met bewondering zie ik hem – op eigen verzoek – alleen de trappen afdalen en naar spoor 9 wandelen, zich rustig met zijn stok een weg zoekend tussen andere reizigers, veraf en toch dichtbij.

Mekaar helpen, mooi, maar we zien allerlei andere zaken gebeuren in de kleine en grote wereld. Hoe vaak schudden we het hoofd wanneer we – nog maar eens – de meest bizarre verhalen horen in het nieuws. We stellen ons ongetwijfeld de vraag of de mens wel gemaakt is om vredig samen te leven met andere mensen. Het oude Latijnse gezegde ‘homo homini lupus est’ (de mens is een wolf voor de mens) bewijst dat die vraag al wel eerder gesteld is. Thomas Hobbes (1588 – 1679) was een Engelse filosoof. Hobbes beschreef het menselijk bestaan als eenzaam, armoedig, onaangenaam, brutaal en kort. Volgens hem is er een ‘default’ of basisstaat van de mens, die zich kenmerkt door anarchie, oorlogszucht en vernietiging. Toch was Hobbes een optimist. In zijn meesterwerk ‘Leviathan’ beschreef hij hoe de mens toch een vredig, voorspoedig en cultureel hoogstaand leven kan leiden wanneer hij kan opkijken naar een leider aan wie allen gehoorzamen(1).

Stevig leiderschap staat dan weer in contrast met de opvoedingsmethode van Maria Montessori (1870-1952). Zij was de eerste vrouwelijke arts in Italië en ontwierp een opvoedingsmethode die naar haar genoemd werd. Zij ging uit van het principe dat het voor mensen belangrijk is hun eigen beslissingen te kunnen nemen en zich tegelijk nuttig te maken voor de groep. Haar methode steunt op de zintuiglijke, lichamelijke en intellectuele mogelijkheden van het kind, om een evolueren op eigen tempo te garanderen met het oog op persoonlijke kenmerken. Het kind wordt aangezet tot het smeden van banden met anderen en met de omgeving. De Amerikaanse psycholoog  Cameron Camp paste de Montessori methode toe op de begeleiding van ouderen met dementie(2).

Wat heeft dat alles met volksdans te maken? In het ‘Onderzoeksrapport folk-, volks- en werelddans’ lezen we hoe bezorgd we zijn over de toekomst van de Vlaamse volksdans. In hoeverre moeten we ons laten inspireren door de laagdrempeligheid die folkbals kenmerkt? Hoe zou het komen dat folk en volksdans niet naadloos bij elkaar aansluiten? Die bekommernis brengt ons bij de begrippen gezelschap en gemeenschap.

In een gezelschap maken we er het beste van. Participeren aan activiteiten in een gezelschap werkt ontspannend en leidt eventueel tot nieuwe, meestal vluchtige, contacten. Het geeft een weldoend gevoel dat aanzet tot opnieuw opzoeken van hetzelfde amusement, niet noodzakelijk gebonden aan mensen die je bij die gelegenheid terug wil ontmoeten. Tijdens een folkbal danst iedereen met iedereen. We zien de meest diverse kledij. De kwaliteit van uitvoeren verschilt van persoon tot persoon. Er is een solidariteit in het accepteren van mankementen. Tussendoor wordt er gezellig gegeten en gedronken. De muzikale begeleiding speelt een belangrijke rol, waarbij muzikanten zich minstens evenveel uitleven als de dansers. Kortom elkeen amuseert zich te pletter, totaal vrijblijvend.

Een gemeenschap vormt zich rond eenzelfde ideaal. Actief deelnemen betekent zich laten inspireren door strategische en operationele doelstellingen. Inzet moet zich vertalen in tastbare uitkomsten op kortere of langere termijn. Volkskunstgroepen en volkskunstorganisaties staan model voor gemeenschappen. Een volkskunstgroep treedt naar buiten op een welbepaalde manier. Dansen en vendelen zijn voorbeelden. We onderschrijven het gemeenschappelijk karakter met een traditioneel verantwoorde kledij(3). Een engagement opnemen betekent zoveel als een rugzak aangespen en jarenlang op weg gaan. Individuele belangen van leden zijn ondergeschikt aan het belang van de gemeenschap. Bij meningsverschillen prevaleert het verzoeningsmodel en niet het conflictmodel. Het gaat over eenheid in verscheidenheid, met wederzijds respect als hechte cement. Bij dat alles zal het ons niet verwonderen dat het vormen en in stand houden van een gemeenschap moeilijker uitvalt dan het occasioneel samenbrengen van mensen in een gezelschap.

Gemeenschap of gezelschap: een verschrikkelijke keuze? In welke mate zijn volkskunstgemeenschappen een verdwijnend ideaal? Moeten volkskunstgroepen zich toeleggen op gezelligheid zonder al te veel bindingen? Het Centrum voor Muziek en Podiumerfgoed behandelt een aantal pijnpunten in het ‘Rapport folk-, volks- en werelddans’(4). Tijdens het jongste Rendez-Vous van Danspunt had een rondetafelgesprek plaats over de toekomst van volksdans in Vlaanderen. Dansrepertoire en kledij werden als communicatiemiddel aanzien om aandacht te trekken. Eenvoudige gemeenschapsdansen op leuke muziekjes à la Schaatsrijdersdans werken drempelverlagend. Dansen met attributen werken nieuwsgierigheid in de hand. We kunnen overwegen om gebruik te maken van aanverwante Europese danstradities om verscheidenheid te brengen in het oefenrepertoire. Elementen van traditionele kledij mengen met hedendaagse kledij leidt wellicht tot minder vooroordelen en bevordert het dragen van deze kledij in het dagelijkse leven.

Er zijn zeker tekenen van hoop. De hardnekkige concurrentie tussen organisaties en federaties behoort tot het verleden. We kijken steeds meer in dezelfde richting. Onze talrijk bijgewoonde 'Kadrildag', warme ontmoetingen tijdens het jongste Rendez-Vous en de dynamiek van de VVKB-IVV opleidingscursus dansleider wijzen op een potentieel waar we gebruik van kunnen maken. Partnerschap met instellingen zoals Cemper, Danspunt, Histories, Faro en de Vlaamse Gemeenschap werkt versterkend. De weg naar financiële ondersteuning van waardevolle projecten ligt open. Aan ons om de handschoen op te nemen.

Gert Laekeman


1. Gray J. Hobbes the optimist. Time 2023, December 3: 27-28 

2. Luong J. Montessori ook voor ouderen. De Apotheker 2023; nummer 313: 26-27 

3. Le Blanc N. Sari of saaie jeans: op zoek naar onze traditionele klederdracht. Knack Weekend 2025; 26 februari nr. 9: 36-41 

4. CEMPER. Onderzoeksrapport folk-, volks- en werelddans 2024; 84 pagina’s

Terug naar Volkskunst 202503