Overslaan en naar de inhoud gaan
IVV is geaccrediteerd door UNESCO als expertisecentrum voor Immaterieel Cultureel Erfgoed

Zalige zomer

De voorbije zomer mogen we beschouwen als normaal voor Vlaanderen. Perioden van zon en regen, warme en frisse temperaturen, winderige en kalme dagen, grijze en heldere hemels: we kregen van alles wat, gelukkig zonder rampzalige toestanden. Doorgaans vielen de weersomstandigheden mee voor folk- en volksdansfestivals. En die waren weer terug van weggeweest. Een reden om van dit nummer een festivalnummer te maken, met speciale aandacht voor festivals en manifestaties waar Vlaamse volkskunst een prominente plaats kreeg.

Volksdans en volksmuziek brengen mensen samen, maar toegegeven, vergeleken met de grote festivals waar de pers zo graag over bericht, kenmerkt het volksdansgebeuren zich door bescheidenheid. Wat trekt de massa naar de grote festivals? Volgens Mark Reybrouck, muziekpsycholoog aan de KU Leuven, zijn muziek en zang onlosmakelijk verbonden met het leven van elke dag. We mogen hier gerust dans en bewegen op muziek aan toe voegen. Maar wat bepaalt onze voorkeur voor bepaalde genres?

Mark Reybrouck: “Als je wil weten welke muziek we van nature verkiezen, dan zijn baby’s het beste onderzoeksobject. Zij reageren bijvoorbeeld geprikkeld op techno of harde rock, maar kalmeren van klassieke muziek of gregoriaans. Ze zijn een ‘onbeschreven blad’ en weten in hun onbevangenheid wat goed is voor hun lichaam.”

Alles blijft dus mogelijk, maar de werkelijkheid leert dat grootschalige festivals het moeten hebben van overdonderende rock en techno. Wat is daarvan de oorzaak?

Mark Reybrouck: “Hoewel muziek in principe universeel is, zijn genres en trends cultureel bepaald. Onze muzieksmaak wordt sterk geconditioneerd door de media – door wat ons wordt aangeboden via radiohitlijsten of Spotifyplaylists. Wat we ‘mooi’ vinden, heeft dus ook te maken met wat we voorgeschoteld krijgen.”

Zo zit dat in mekaar: het gaat dus over een doctrine die we ondergaan. Het aanbod moet zo ruim mogelijk zijn in de hoop dat bepaalde muziek aanslaat. Reybrouck heeft het over het ‘verbreden van onze luisterhorizon’. Maar er is meer aan de hand met muziek en zang. Zingen bevordert het aanmaken van het knuffelhormoon oxytocine, een stof die een rol speelt in het vormen van vriendschappen en liefdesrelaties. De concentratie aan immunoglobuline A verhoogt tijdens het zingen, waardoor onze weerstand verhoogt. En wat te denken van het lawaai dat met grootschalige festivals gepaard gaat?

Reybrouck: “Luide elektronische muziek bijvoorbeeld – zoals bij een dancefestival – bestaat uit een continue opeenvolging van beats, en die brengen het lichaam in een toestand van verhoogde arousal, een soort alarmtoestand. De beats roepen een schrikreflex op, zoals bij een knal. Daardoor versnelt de hartslag en komen er stresshormonen vrij. Af en toe wat van die adrenalinestootjes ervaren kan geen kwaad, maar je lichaam er continu aan blootstellen kan zeer belastend zijn. Overprikkeling door muziek kan een effect hebben op onze hormoonhuishouding, ons hart- en vaatsysteem en zelfs op ons immuunsysteem.”

affiche zo goed voelt
Deze affiche is het resultaat van samenwerking tussen IVV, VVKB, CEMPER en WIE. Zie ook: https://www.instituutvlaamsevolkskunst.be/2023-zo-goed-voelt

Dus toch maar beter de rustiger omgeving van een volksdansbal of -festival opzoeken. Maar hoe kunnen we meer mensen aanzetten om van genre te veranderen? Volgens Reybrouck komt het erop aan een bepaalde muziekcultuur beetje bij beetje te introduceren: “Onbekend maakt onbemind, en dat mag je letterlijk nemen: als je steevast naar pop luistert en plots hoor je een stukje klassiek, dan kan dat tot weerstand leiden. Het heeft geen zin om plots een zware symfonie op te zetten, want dat schrikt af. Het is beter om de grenzen telkens een beetje te verleggen, tot net aan de rand van de comfortzone.”

Aan de slag dus. Geen massale nationale campagne om de mensen plat te kloppen met volksdansmuziek, geen indoctrinatie via openbare zenders, wel sympathieke prikjes. De Werkplaats Immaterieel Erfgoed (kortweg WIE) is een behulpzame partner. Theo Smet (Volkskunstgroep Canteclaer) liet ‘volksdans en volksdansmuziek uit Vlaanderen’ recent op de website van de Werkplaats zetten. Een positief initiatief dat een prikje kan zijn voor wie op de pagina landt, en tevens een aanmoediging voor wie Vlaamse volksdans een warm hart toedraagt.

Bron: https://immaterieelerfgoed.be/nl/erfgoederen/volksdans-en-volksdansmuzi…

 

IVV en VVKB lieten in samenwerking met het Centrum voor Muziek en Podium Erfgoed (CEMPER) en de WIE een affiche ontwerpen die via sociale media wordt verspreid en in openbare plaatsen kan worden opgehangen. De affiche kadert in de campagne ‘zo goed klinkt, ruikt, smaakt, oogt, voelt erfgoed’. Erfgoed spreekt alle zintuigen aan. De campagne liep in stationsgebouwen in Vlaanderen. Jammer genoeg werden enkel de vier eerste aspecten getoond. Anderzijds was de campagne in de stations beperkt in tijd en kunnen we met het thema ‘zo goed voelt immaterieel erfgoed’ nog onbeperkt doorgaan.

‘Volkskunst’ jaargang 47, nummer 3 van september 2023 is ondertussen een feit. Zoals vermeld besteden we heel wat aandacht aan de volksdansfestivals en -manifestaties die we de voorbije zomermaanden mochten bezoeken. Daarnaast brengen we de vertrouwde bijdragen, waaronder een interview met Herman Dewit en Rosita Tahon (’t Kliekske), een artikel over schilder Basile De Loose en een dans uit Wallonië. Veel leesgenot!

Gert Laekeman

Voorzitter IVV

Naast de officiële affiche op de vorige bladzijde, tonen we graag de creativiteit bij de groepen, met een bijzondere vermelding voor Speelschaar Ossaart uit Sint-Niklaas en hun Eierdans, Volkskunstgroep Reynout uit Dendermonde, die ook het vendelspel onder de aandacht brengt, en Volkskunstgroep De Kegelaar uit Wilrijk.